Albast is een heerlijke steen om in te werken. Niet te hard en ook niet te zacht. Maar het allermooiste van albast vind ik toch wel het transparante karakter van de steen. Mijn voorliefde voor albast dateert van 2002 toen ik mijn eerste beeld in deze steensoort maakte. De jaren erop zouden er nog negen beelden in albast volgen. Vanwege het transparante karakter is albast vooral geschikt voor eenvoudige of abstracte vormen. Details gaan vaak volledig op in de transparantie van de steen en zijn daardoor niet meer goed zichtbaar. De transparantie is al bij een dikte van ongeveer vijf cm goed zichtbaar. Als je de steen verder dun uitwerkt schijnt het licht er prachtig, diffuus doorheen. En eenmaal gepolijst werkt het (zon)licht er mooi op in.
Als de marmerachtige uitstraling en het spel met licht je aanspreken, is albast een steen die je ongekende mogelijkheden biedt.
Verschijningsvormen
Albast is een (metamorfe) kalksteen; een halfkristal van gips. Het komt voor als knollen in de grond. De vindplaatsen zijn onder andere Spanje, Italië en Egypte. De steen kan melkachtig witgewolkt zijn met transparante aderen. Maar ook komt de steen voor als helder wit transparant, roze, zwart, roodachtig en karamelbruin. Verder zie je ook blauw/wit of egaal blauw albast. De kleur van albast wordt bepaald door de vindplaats. De aarde en de daarin aanwezige oxiden geven de steen zijn specifieke kleur. De aarde in Spanje is rood en het albast dat daar vandaan komt kan honingkleurig tot dieproze zijn. De grijze aarde in Italië geeft de steen een grijsachtig wit. Aan de buitenkant vertonen de albastknollen vaak onregelmatigheden. Kleiresten en delen aarde bevinden zich hier voor een deel in de steen. Deze verontreiniging is karakteristiek voor albast en verleent de steen mede hierdoor zijn charme. Desondanks verwijder ik meestal voor het grootste deel de grillige buitenkant van de steen omdat ik de breuklijnen aan de buitenkant van de steen te onbetrouwbaar vind. Ik ‘schil’ de steen dan eerst als het ware met een tandijzer voordat ik aan de vorm begin.
Bewerking
De hardheid van albast is zacht tot matig. De geheel witte variant van albast is net iets harder als speksteen, de andere kleuren zijn wat harder. Bij de blauw/witte albast zijn vooral de blauwe gedeeltes een stuk harder als de rest van de steen. De egaal blauwe variant heeft een hardheid die te vergelijken is met Springstone. Albast laat zich gemakkelijk bewerken door middel van hakken, raspen, schuren en polijsten. Als je begint met hamer en beitel, moet je dit voorzichtig doen om niet de structuur van de (transparante) albast te veel naar binnen toe te verbrijzelen. Om die reden gebruik ik bij albast vrijwel uitsluitend een tandijzer en nauwelijks een spitsbeitel, omdat die vaak wat diepere “beurse” witte plekken achterlaat. Als je met een beitel werkt, dan moet je de laatste millimeters met de rasp of vijl afwerken als je geen witte plekjes wilt overhouden. Schuren van albast doe je met waterproof-schuurpapier korrel 60 t/m korrel 2000 voor hoogglans. Daarna behandelen met steenwas,bijv. Marpol of Cerapol.
Verkrijgbaarheid
Albast is verkrijgbaar in knollen, schijven en blokken. Een albastknol is de steen in z’n originele vorm zoals deze gewonnen wordt. Knollen zijn bolvormig met een onregelmatig oppervlak. De ‘ schil’ of ‘ korst’ kan een andere kleur hebben als de bewerkte steen. De albastschijven zijn als plakken gezaagd uit een knol. Ze tonen dan de dwarsdoorsnede van de knol, met als contour de ruw gevormde buitenkant. De blokken zijn uit het hart van de knol gezaagd en zijn het meest zuiver van samenstelling, omdat ze geen verontreiniging bevatten. Door zijn samenstelling is albast niet weerbestendig. Weersinvloeden veranderen een glanzend gepolijst oppervlak in een doffe en ruwe structuur.
Klik hier voor een overzicht van mijn beelden in albast.
Zelf creatief aan de slag met beeldhouwen? Klik hier voor de workshops.